Ming Lie zit in 4VWO, en is erg muzikaal. Hij versnelt het vak muziek (hij volgt het programma van 5VWO), speelt veel instrumenten, zingt, en arrangeert ook stukken voor de Bonamusical. We zochten Ming op om meer te weten te komen over wie hij is, en hoe belangrijk muziek in zijn leven is.

“Ik speel gitaar, piano, saxofoon, drum, ik zing, en soms speel ik ook ukelele. Dat ik zoveel muziek om me heen heb, heb ik te danken aan mijn ouders: mijn vader is erg geïnteresseerd in jazz en speelt goed piano, mijn moeder speelt op hoog niveau dwarsfluit en zingt. Mijn twee oudere zussen volgen nu allebei lessen op het conservatorium. We spelen ook wel eens samen, toen mijn opa 80 werd hebben we als gezin een nummer voor hem gespeeld. Ik vind muziek als een cadeau heel waardevol. Zelf heb ik dat ook ervaren: via mijn eerste gitaardocent kreeg ik een erg mooi gitaarstuk. Dat stuk vind ik nog steeds heel belangrijk en het raakt me als ik het speel of hoor. Hij is namelijk overleden aan slokdarmkanker. Het stuk is dus een herinnering aan zijn vriendelijkheid en de connectie die ik met hem had, en dat is mooi.

Wanneer ik me somber voel, luister ik soms naar popmuziek, terwijl ik dat normaal niet vaak doe; in die teksten zit dan soms herkenning. Er zijn bepaalde genres waarbij ik me niet kan indenken waarom iemand het voor langere tijd leuk vindt, zoals Frenchcore [een soort hardcore met een snelle, harde beat (red)]. Mijn favoriete stijlen die ik op mijn afspeellijst heb zijn vooral soul, funk, jazz en rap. En natuurlijk de Beatles. Van alles door elkaar dus! Die afspeellijst past eigenlijk goed bij hoe ik me nu voel met betrekking tot instrumenten en stijlen. Ik wil later iets met muziek doen, maar er is nu te veel keuze. Ik ben aan het kijken wat ik het leukste vind en waar ik uit kom. Het is net een soort studiekeuze. Ik houd erg van optreden en laten zien wat ik kan, maar een beroemdheid zijn en op grote podia spelen, past denk ik niet zo goed bij mij. Het lijkt me erg vermoeiend, maar dat zie je vooral bij popartiesten. Bij klassiek of jazz is dat denk ik anders, dan kijken mensen meer naar je muziek dan naar jou als persoon.

Wat betreft muziek op de Mariënpoelstraat: er zijn veel open podia, en bij de musical speel je op je eigen niveau, dat is uitdagend en heel leuk. In de gewone lessen is het verschil in niveau soms groot, en niet iedereen heeft evenveel interesse in het vak. Maar de docenten doen hun best, en je leert er veel als je nog niet zoveel kennis had van muziek. Muziek kiezen is een aanrader! Meneer Nieuwenburg was in de onderbouw mijn favoriete docent, hij gaf goed les en zag ook goed wat ik nodig had als leerling. Het lijkt mij ook leuk om met anderen die goed spelen een schoolband te beginnen [dus meld je bij Ming als je interesse hebt ? (red)].

Ik kan me niet herinneren dat ik ooit geen muziek gemaakt heb. Er zit altijd iets in mijn hoofd, het is zo’n belangrijke factor. Het is een soort minivakantie in drukke tijden. En het belangrijkste: door muziek voel ik me vrij, terwijl ik mij dat normaal niet altijd voel. Ik had bijvoorbeeld vroeger stotterproblemen, en die heb je niet als je zingt. Muziek kan je dingen laten voelen die je normaal nooit zou voelen, en je kunt er gevoelens mee uitdrukken; dat is voor mij heel bijzonder.”