Elk jaar houdt het Bona een inzamelingsactie voor een goed doel, de lichtjesavond! Dit schooljaar wordt dat het goede doel Favela Street. We interviewden Roxanne (Rocky) Hehakaija, oprichter van Favela Street, over wat deze stichting inhoudt en waarom ze het zo leuk vindt dat het Bona deze inzameling organiseert.
Wie is Rocky?
In 2021 deed Hehakaija mee aan het 21e seizoen van ‘Wie is de Mol?’. Ze wist door te dringen tot de finale en ontmaskerde Renée Fokker als de Mol, waardoor ze er met de hoofdprijs vandoor ging. Rocky werkte eerst bij het jongerenadviesbureau YoungWorks. Ze gaf daar lezingen en presentaties over motivatie, het puberbrein en talentontwikkeling, terwijl ze haar goede doel, Favela Street, oprichtte. Leuk feitje: ze kent mw. Wilmot nog uit de tijd dat ze samen voetbalden!
Wat is Favela Street en waarom heb je het opgericht?
“In 2003, toen ik 18 was, ben ik in een favela (sloppenwijk) in Rio de Janeiro terechtgekomen. Dat was voor een TV-programma. Ik ruilde voor een week met een meisje dat daar woonde van leven. Ik was daar samen met een cameraploeg. Ik voetbalde toen op hoog niveau en ik dacht altijd dat ik profvoetballer ging worden en blijven. Het was toen heel gaaf om daar voetballers te ontmoeten: jongeren ontmoeten met dezelfde passie als ik. Voetbal is een instrument, een sleutel tot contact. Van tevoren werd gezegd dat die favela heel gevaarlijk is, ik ben meerdere keren gewaarschuwd. Maar je komt binnen met die bal aan je voet en je ziet dan ook de mooie kanten van die mensen daar. Dit is wat je ook kunt doen met sport. Op die reis en bij dat programma is er een zaadje geplant. Later bleek het een sleutelmoment in mijn leven. Toen ik 22 was kreeg ik een blessure waardoor ik niet meer op hoog niveau kon sporten. Wat kun je dan nog wel? Met mijn opleiding en sportachtergrond besloot ik toen, bijna 11 jaar na het programma, om Favela Street op te richten en iets bij te dragen aan de wereld. Sport ging eerst alleen maar over mezelf, ik wilde de beste worden. In de favela is voetbal niet alleen een sport, maar een manier om uit de armoede en het geweld te komen. Met mijn stichting proberen we jongeren daarbij te helpen.”
Hoe ben je op het Bona terechtgekomen en wat vind je van onze school?
“Ik heb een aantal jaar geleden een keer een presentatie gegeven op het Bona vanuit het jongerenadviesbureau YoungWorks. Toen kwam ik Jill Wilmot tegen die ik nog kende vanuit het voetbal. Daarna is Favela Street uitgekozen als goede doel voor de lichtjesavond, en voor de komende editie nog een keer. Inmiddels ben ik al een paar keer langs geweest om mijn verhaal te vertellen, het is mooi om zo welkom te zijn.
Het Bona heeft een fijne, open energie. Je hebt echt het gevoel dat het een cadeautje moet zijn voor mensen om hier op school te zitten. De kapel, het muzieklokaal, is ook echt heel bijzonder. De docenten die ik ontmoet vind ik heel positief en open en warm. Als je het bijvoorbeeld vergelijkt met Amsterdam West dan is dat soms meer overleven voor leerlingen. Het bestuur en docenten bepalen die warme cultuur en dat is mooi om te zien en te voelen. Ik hoop dus dat ik snel weer langs mag komen voor Favela Street!”
Wat was je zelf voor leerling op de middelbare school?
“Ik was zelf een hele ijverige middelbare scholier, ik had vanuit de CITO toets een heel erg laag advies gekregen. Ondanks dat advies op heb ik er toch voor kunnen zorgen dat ik naar het Amstelveen College mocht, naar een MAVO/HAVO klas. Ik wilde perse de HAVO doen en door naar het HBO, iets wat binnen ons gezin nog niet was gelukt. Uiteindelijk ging de HAVO hartstikke goed, het lag vooral aan wiskunde en scheikunde dat ik niet ook nog de stap naar het VWO kon maken. De HAVO was me op het lijf geschreven, ik ben over het algemeen met veel plezier naar school gegaan, ik vond en vind leren heel erg leuk.
Uiteraard vond ik de gymlessen het allerleukste, als ik een keuzevak erbij kon doen, dan deed ik altijd iets met gym, zodat ik zoveel mogelijk in beweging kon zijn. Ik heb ook altijd naar de geschiedenislessen uitgekeken, ik ben nog altijd heel erg geïnteresseerd in geschiedenis op heel veel verschillende manieren en tot slot vond ik ook de taalvakken erg leuk.
Na de HAVO ben ik doorgegaan op het HBO om communicatie en marketing te studeren. Ik kan dus iets verkopen. Ik wil een mooi merk neerzetten. Andere NGOs of stichtingen die ook goede doelen zijn worden vaak niet gezien als “cool”. Het is belangrijk dat je iets maakt waar mensen bij willen horen, ervan willen weten en erachter staan. Ik had al veel mensen in mijn voetbal- en bedrijvennetwerk die zich er toen ook achter schaarden. Ook heb ik bij de oprichting van Favela Street aan crowdfunding gedaan (via een (online) actie bij allerlei mensen en bedrijven geld ophalen, zodat lenen via de bank niet nodig is).”
Was Favela Street meteen een succes?
“De week voordat ik vertrok voor het eerste project van Favela Street was ik erg in paniek of alles wel ging lukken en moest ik heel veel huilen. Ik ben iemand die veel heimwee heeft. Toen ik er was heb ik nog een week doorgejankt. Ik vond alles eng en alles is onbekend. Echter, na die week begon de mooiste tijd van mijn leven en het heeft alle verwachtingen overtroffen.Het begint allemaal met een individueel initiatief en je komt op mooie en bijzondere plekken. Het verbreedt je kijk op de wereld. Ik was eerst vooral in Brazilie actief, en ik leerde veel over de cultuur en de taal. Ik spreek nu Portugees en Papiaments. Dat is een investering in je project in de mensen en jezelf, daar heb ik ook echt mijn best voor gedaan.”
Heb je tips voor mensen die zelf een bedrijf zouden willen oprichten?
“Je moet zo’n crowdfunding of eigenlijk elk project zo kaderen dat het haalbaar wordt en niet al te groot inzetten. Dan bereik je je doel, heb je wat geleerd en kun je er zelfvertrouwen uithalen om verder te gaan. Ik heb zelf drie maanden onbetaald verlof opgenomen van mijn werk en een deel van het geld ook gebruikt voor mijn eigen kosten. Een ticket, verblijf, eten en drinken, en je bent wel ook aan het werk. Je hoeft jezelf geen hoog salaris te geven, helemaal niet als het nog maar het begin van het bedrijf is, maar je moet je eigen investering in tijd en geld wel begroten. Als je dat goed doet heb je achteraf ook geen excuus om de kosten niet te overzien of om het op te geven. Het geld was gelukt. Toen moest ik het gaan doen, en dat kon ook.”
Nu, in Coronatijd, is reizen moeilijk. Hoe lossen jullie dat op?
“Op dit moment doen we een project in Amsterdam-West. Het zijn allemaal meiden van 15 plus met een niet westerse-migratieachtergrond in Amsterdam-West. Het is een persoonlijk ontwikkelingsprogramma van één tot twee jaar. Je creeërt er waarde voor het leven en hun rugzak wordt gevuld met life skills. We doen veel aan storytelling; waar kom je vandaan en waarom ben je zoals je bent? Ken je eigen verhaal en accepteer dat want je verhaal is eigenlijk je kracht. Ook in Nederland zien we nog veel sociale uitsluiting op basis van huiskleur, gender, postcode, etc. Hoe kunnen we je steviger in je schoenen krijgen? Het programma is dus gericht op mentale weerbaarheid en zelfheling, maar ook praktisch omdat we ook sollicitatiehulp bieden, bijvoorbeeld.”
Wat doe je bij tegenwerking? Wat is er soms minder leuk aan dit werk?
“Het stomst aan je werk is eigenlijk dat je vaak moet leuren om geld. Het steeds weer opnieuw moeten vragen en je bestaansrecht te moeten verdedigen. Soms ben ik gedemotiveerd. Maar als ik dan kijk naar alle successen die we al hebben geboekt met Favela Street, dan recht ik me rug en gaan we door.
Teleurstelling is er ook. Soms vallen jongeren terug of maken ze hele vervelende dingen mee waar ik niks aan kan doen. Ik moet dat loslaten. Ik heb dat in het eerste project geleerd, maar ik vond dat hartverscheurend en kon het eerst niet loslaten. Aan de andere kant: daar steeds over nadenken is niet uit te houden, dus ik moet me richten op de positieve gevallen. That’s life. We poetsen de spiegel op waar ze in kijken, we werken aan hun zelfbeeld. Hoe kijk je naar jezelf als de wereld je anders ziet? Als voetbalster heb ik dat ook gehad, mensen waren soms heel naar tegen mij om hoe ik eruit zag, om mijn ‘jongensachtige’ uiterlijk en gedrag. Gelukkig was mijn thuisbasis wel heel goed.
Er werd eigenlijk eerst gezegd dat een programma als dit niet kon werken in Amsterdam. Er doen nu 34 meiden mee en we draaien een volledig programma. Als organisatie zit je steeds op een snijvlak van je houden aan de regels binnen de plaatselijke politiek en beleid en je autonomie behouden. Ik zit ook in de Amsterdamse sportraad.” | ![]() |
Wil je als laatste nog iets meegeven aan ons?
“Ik kan de wereld niet veranderen, maar ik kan wel de wereld veranderen voor wat individuen, zodat zij dat weer kunnen doorgeven. Eén van de jongeren die we drie jaar geleden begeleidden is nu zelf bezig met kijken met ‘wat kan ik dan nu betekenen voor een ander’? Ook hebben we de première van onze korte films in Koninklijk theater Tuschinski gehad over ons project. Je ziet dan in die zaal dat mensen geraakt worden. Je kunt altijd iets in je eigen cirkel van invloed doen. Heb oog voor een ander die misschien met andere kansen is geboren, wees verwachtingsvol en laat je vooroordelen los.”
De Lichtjesavond vindt plaats op dinsdagavond 24 mei op het Bonaventuracollege Marienpoelstraat.