Irma en Egbert-Jan zijn beiden 12 jaar en zitten in klas M1GA. Maarten Peters is al een paar jaar brugklasmentor, en dit jaar de mentor van M1GA.

Waarom hebben Egbert-Jan en Irma voor het Bona gekozen?
Egbert-Jan: “Ik woon zelf in Wassenaar, maar de scholen in Wassenaar vond ik minder leuk, en het is maar 20 minuten fietsen naar Leiden. Ook heb ik toneel en acteren als hobby en is hier een musical. Verder game ik graag, vooral Role Playing Games en ik zit op atletiek.”

Irma: “Ik houd heel veel van tekenen en creatief zijn; ik wil altijd iets maken met mijn handen. Dit is een creatieve school, het Kunstplan wat je bij de Koninklijke Academie voor Beelden Kunsten (KABK) in Den Haag kunt volgen gaf de doorslag. Ook houd ik van rare talen bestuderen via filmpjes. Ook al is de school niet heel groot, ik raak toch nog wel snel de weg kwijt.”

Egbert-Jan: “ Ik kan alles al vinden, dat lukte binnen een week. De docenten zijn aardig, hoewel, het ligt er natuurlijk ook wel een beetje aan of je een vak leuk vindt. Ik vond tekenen op de basisschool eerst heel stom, maar nu heel leuk.”

Irma: “Wat ook heel leuk is en wat ik altijd al wilde doen: ik ben klassenvertegenwoordiger. Ik kan goed praten en ik wilde het in groep 8 eigenlijk ook al. Als je punten inbrengt wordt er ook wat mee gedaan en er wordt goed naar je geluisterd. Mw. Wilmot, de teamleider van de brugklassen, is bij de bijeenkomsten en zij bedenkt ook een paar punten, naast dat we zelf ook dingen mogen inbrengen.”

Als favoriete docenten worden de mentoren mw. Runhert en dhr. Peters genoemd. Ze kunnen goed verhalen vertellen en zijn heel enthousiast en ook duidelijk. Wat vindt mijnheer Peters eigenlijk van de klas?

Maarten: “M1GA is heel enthousiast met leerlingen die van alles en nog wat willen weten. Ze stellen veel vragen en daardoor zijn de lessen vaak vol met allerlei informatie. Ik leg soms ook dingen uit die ik helemaal niet van plan was, zoals ‘Hoe word je farao’? Er is heel veel voorkennis in de klas; over veel onderwerpen weten ze al heel veel.

Irma valt kort in: “Ik vind het wel jammer dat we Jeanne d’Arc niet behandelen.” “De stof is soms zelfs te oppervlakkig. Maar je kunt dus heel veel vertellen, er is soms zelfs tijd tekort. Ook buiten de lessen blijkt M1GA een actieve klas. Er zitten al veel leerlingen in de Technische Commissie, die het licht en geluid op school verzorgen. Leerlingen deden mee met de musicalaudities. Er zit iemand in de leerlingenraad en een aantal doet dus de KABK in Den Haag.”

Hoe is de middelbare school anders dan groep 8? Hebben jullie tips voor toekomstige leerlingen?
Egbert-Jan: “Het wisselen tussen klassen en leraren is het grootste verschil. Voor ieder vak is er maar een bepaalde tijd. Er is uiteraard ook meer huiswerk. Een tip: beneden in de kelder zijn er kluisjes. Onze rugzakken zijn zwaar dus heb je je kluisje wel nodig om boeken te wisselen.”

Irma: “Ik heb wel een oudere broer maar ik snapte het niet altijd als hij vertelde over zijn school, totdat ik hier begon. Er is ook een kantine, die hadden wij niet op de basisschool. Advies dat ik kan geven: ga je huiswerk gelijk doen, in ieder geval zo snel mogelijk. Er is vaak huiswerk voor biologie en soms voor wiskunde.”

Egbert-Jan: “Het niveau in groep 8 lag lager dan nu. De tip die ik ook nog heb: leer goed voor toetsen.”

Irma: “Je hoeft trouwens niet bang te zijn voor grotere mensen die hier rondlopen, want ze zijn helemaal niet eng.“

Over de overstap vertelt Maarten als mentor:
“Vanaf de start van het schooljaar krijgen brugklassers best snel door wat de beste methode is om dit nieuwe dagschema te kunnen volgen. Ze leren elkaar snel kennen en leren waar alles is. Een leerstrategie per vak bedenken is soms wel ingewikkeld. Als mentor geef je ze vooral veel dingen die ze samen moeten doen, waarbij ze moeten vertellen, of waarbij ze bepaalde vragen gaan stellen waarbij ze meer leren over elkaar. Bij de mentorlessen zijn er gesprekken of een thema dat we behandelen. Morgen is het thema ‘stilte’ en dat wordt misschien wel moeilijk voor sommigen 😊. We hebben het al gehad over normen en waarden, de week van het pesten, hoe je kunt reageren op cijfers die tegenvallen of op wat anderen tegen elkaar zeggen.”

Is het anders om naar de middelbare school te gaan in Coronatijd?
Irma: “Door Corona moeten we afstand houden van de leraren. Dat is best moeilijk soms, zowel voor ons als voor hen.”

Egbert-Jan: “Je merkt er best veel van maar dat is niet zo gek na de eerste golf. Dat we nu heel af en toe online les krijgen is heel logisch.”

Irma: “Mijn vader is hartpatiënt dus voor hem moet ik opletten. Ik houd me echt wel aan die regels waar ik kan.”

Egbert-Jan: “Mijn moeder heeft ook hartproblemen dus ik doe het voor haar. Ik zou zelf natuurlijk niet graag Corona willen krijgen maar ik ben meer bang voor anderen.”

Maarten: in de klas merk ik het niet direct, maar individueel besteed ik er wel aandacht aan. In de klas heb ik wel steeds de regels of de nieuwe maatregelen besproken. Het gaat dan om de mondkapjes opzetten in de gangen, op andere tijden door de gangen lopen dan de docenten, etc.”

Heb je een plek in de school die je leuk vindt?
Maarten: “Overal waar leerlingen zijn vind ik het eigenlijk gezellig, daar ga ik dan tegenaan kletsen.”

Irma: “Om te zitten vind ik het Open LeerCentrum (OLC) leuk om te werken; daar is ook de bibliotheek en het computerlokaal. Mijn vader werkt daar ook als vrijwilliger. Als ik een lokaal moest kiezen dan koos ik dat van Latijn, dat is lokaal M013. Het is er heel rustig en er hangen leuke posters.”

Egbert-Jan: “Ik vind gym op de atletiekbaan leuk. Als lokaal kies ik M007, want dat is het nummer van James Bond.”

Wat doet Maarten goed als mentor volgens de leerlingen?
Irma: “Als mentor weet hij waar je over moet praten, en dat doet niet iedereen. Hij dwaalt ook heel vaak af omdat hij dan weer iets leuks bedenkt om het over te hebben. Dan gaat het bijvoorbeeld ineens over doeldelzakwerpen. Hij kan er ook voor zorgen dat je een fijn gevoel krijgt als groep en dat het leuk is in de klas.

Maarten: “Dat is mooi om te horen. Daar ben ik wel even stil van. En dat wil wat zeggen.”