Op de Mariënpoelstraat zijn verschillende leerling commissies actief. In de komende twee ‘Humans’-interviews stellen zij zich aan u voor. Vandaag is het de beurt aan de eventcrew en de debatclub. Wie zijn zij en wat doen ze zoal?

De eerste die aan het woord komt is Robert. Hij is hoofd van de Event Crew. Zij organiseren allerlei activiteiten en evenementen in en buiten de school. Melisa en Merel leiden de debatclub. Ze doen mee aan verschillende debattoernooien in de regio en oefenen wekelijks met hun debatteam.

De Event Crew

Robert: “In de tweede klas ben ik bij de event crew gekomen. Mijnheer Knoppert vroeg een paar jaar geleden waarom ik eigenlijk altijd op de gang liep. Ik zei dat ik de lessen niet zo uitdagend vond, omdat ik alleen maar hoge cijfers haalde op de HAVO. Toen vroeg hij of ik wel een uitdaging zou zien in het meehelpen bij activiteiten. Ik hielp eerst af en toe, maar ik was nog niet zo actief. Langzamerhand kreeg ik steeds meer organisatorische taken erbij. Ik ben iemand die het leuk vindt om initiatief nemen, als ik iets zie wat niet klopt probeer ik ook een manier te vinden om het op te lossen.

Het leukst bij de Event Crew is de uitdaging. Je doet dingen die je niet snel doet als vijftienjarige. Je moet onderhandelen met bedrijven over geld, en dat zijn soms flinke bedragen. Je maakt planningen en je hebt echt verantwoordelijkheid. Het is wel serieus, je moet uiteraard wel dingen doen maar het is ook leuk. Het is een gezellige groep en de sfeer onderling is goed. Ik hoef geen politieagent te spelen, dat wil ik ook niet.

We hebben nu ongeveer twaalf mensen. We hebben best wel wat aanmeldingen, maar er kunnen altijd mensen bij! Ik deed het vorig jaar samen met mijnheer Knoppert, maar nu hebben we het anders afgesproken. Als ik hem nodig heb kan ik hem inschakelen. We doen nu eigenlijk alles zelf.

Het is gezellig, je leert samen aan iets werken en resultaat behalen. Als je iets voorbereidt en het lukt is dat een gaaf gevoel. Het is geen theorie maar praktijk. In plaats van alleen maar nadenken ga je echt dingen uitvoeren en daarbij moet je samenwerken. Bij de bijeenkomsten van de Event Crew zit Melle er ook af en toe bij voor de TC. Dat is ook handig om samen dingen te bekijken voor feesten. In de Goede Doelen week gaan we geld ophalen voor een specifiek goed doel. We nemen de kantine over, hebben een taartenwedstrijd. We doen het Kerstgala, de Valentijn actie met rozenverkoop en serenades brengen in de klas, en we willen eigenlijk nog meer doen. Er staat zeker nog wel wat te gebeuren!”

De debatclub

Melisa begint te vertellen: “Ik ging ook in de tweede in de debatclub. Eigenlijk wilde ik echt overal bij. Ik houd van buitenschoolse activiteiten en ik wilde alles proberen. Toen ik erbij kwam zaten er nog wat oudere leerlingen bij, en toen gingen de eerdere captains weg. Ik ben toen gevraagd door hen of het wilde doen. Uiteraard zei ik ja!” Merel: “Ik begon eind derde klas, maar toen was Corona al begonnen en waren er heel weinig activiteiten. Ik kende de captains al omdat ik ook met hen in de leerlingenraad zat. Nu hebben Melisa en ik een duobaan. Dat hoeft niet, maar het is wel heel leuk!”

Merel en Melisa: “Dhr. De Deugd geeft ons debattraining. Je kunt vooral vooruitkomen als je tips krijgt van hem, of van elkaar. We letten dan vooral om presentatie, argumentatie en de structuur van het debat. Wij regelen de aanmelding, de teams, een oefenlokaal, en communicatie met de Debatunie. Ook het oefenen op woensdag doen we echt zelf. We doen dan een stelling, en nemen dan de leiding. Het is soms wel een beetje lastig om mensen stil te krijgen, en we gaan dan soms te lang door op één onderwerp. Wij zijn het dus ook nog aan het leren.

Om de twee maanden organiseert de Debatunie een toernooi. Soms zijn er nog meer, maar tijdens Corona niet. Er zijn veel scholen die met een aantal teams komen. We gaan naar een locatie waar een grote zaal is. Het is dan voor de hele Benelux, en Curaçao deed de afgelopen keren ook online mee. De laatste keer waren er achttien teams in onze pool. Wij doen vaak mee met het onderdeel “Lagerhuis”, waarbij je met twee teams tegenover elkaar staat. Er zijn drie rondes. Eén stelling krijg je twee weken van tevoren (bijvoorbeeld ‘Het minimumjeugdloon moet even hoog worden als dat van volwassenen’) om te oefenen, en de andere stellingen krijg je pas op het toernooi zelf.

In de lessen die we nu krijgen leer je niet spreken, maar vooral over de inhoudelijke kanten van een tekst of argumenten. Je krijgt wel de structuur, maar niet hoe je dat dan moet doen. Dat is wel een probleem, vind ik. Je leert een weerlegging in een tekst herkennen, maar niet perse goed debatteren. Je krijgt een structuur in de les, en we deden toen één of twee oefendebatten. Eigenlijk is dat te weinig. Je leert door te doen. De theorie ondersteunt het maar het oefenen is belangrijker.”

Melisa vertelt over hoe zij is begonnen met debatteren: “Ík spreek uit ervaring dat je kunt groeien. Ik vond het als tweedeklasser heel eng met al die bovenbouwers die erbij zaten. Elke keer dat ik wat zei was dat een stapje dichterbij beter worden. Debat is je mening uiten over een onderwerp, en veel mensen vinden het eng of voelen zich beoordeeld. Je leert ermee omgaan, en je krijgt er zelfvertrouwen van. Het is altijd positief als je meedoet. Als je gaat staan en je zegt iets dan is het al goed.”

Merel en Melisa: “Het is een leerproces. Daarna worden presentaties, voor de klas staan of in de klas iets zeggen ook steeds leuker en makkelijker. Presentaties voor de klas zijn nu leuk. Je kunt nu argumenten bedenken en deze op een gestructureerde manier geven. We kunnen best wat nieuwe leden gebruiken, vooral jongens zijn welkom!

Ook al gaat het mis, we zijn er voor elkaar. Niemand wordt uitgelachen, je stelt elkaar gerust. Je wordt geholpen, en de sfeer is heel fijn. Iets verkeerd zeggen is ook helemaal niet erg. Je zit ook met mensen die een beetje op je lijken. Eén van de belangrijkste dingen is ‘Be the argument’: als jij kan overtuigen, dan gelooft de tegenstander dat ook. De jury kijkt ook naar overtuiging, niet alleen naar inhoud.

Het voelt wel als een groep, maar wij voelen ons niet echt de leiders, hoor. Het is meer een grote vriendengroep waarmee je ook debatteert. Lekker babbelen op de woensdagmiddag. Het is elke keer weer anders, en dat stimuleert om het leuk te vinden. Als dingen saai zijn dan haak je af, maar dit geeft steeds weer een nieuwe stimulans.”