De meeste docenten hebben ze inmiddels al wel leren kennen: Sem en Donna. Inmiddels ook bekend als mevrouw Doesborg en mijnheer van Atteveld. Dit jaar zijn ze begonnen aan hun stage en opleiding tot tweedegraads docent voor Geschiedenis, maar inmiddels geven ze ook les aan een eigen klas. Hoe vinden zij het als nieuwelingen op het Bona?

 

Sem en Donna, kenden jullie elkaar eigenlijk al?

Donna: Nee, we kenden elkaar nog niet, maar inmiddels kennen Sem en ik elkaar wel goed en hebben we veel lol.

Sem: Nee, ik kom uit Limburg, waar ik eerst HAVO en toen VWO heb gedaan. Daarna ging ik Geschiedenis studeren in Leiden.  Donna en ik vullen elkaar goed aan en we hebben het altijd gezellig in de personeelskamer.

Wat is jullie achtergrond?

Donna: Ik heb eerst Pedagogische Wetenschappen gestudeerd, maar toen ontdekte ik dat ik niet alleen maar theoretisch en onderzoekend bezig wilde zijn. Ik wilde meer creatief zijn en meer engageren met mensen. Ik miste dat al in het eerste jaar van Pedagogiek; iets bruisends, discussies etc. Daarom ben ik een tweede studie gaan doen, en nu volg ik nu de educatieve minor van de studie Geschiedenis in Leiden. Ik zit in mijn derde jaar en woon met zeventien anderen vlakbij het Bona. Ook doe ik de redactie van een geschiedenisblad: Leidschrift en zit ik in de Opleidingscommissie van de studie Geschiedenis. Hierna ben ik tweedegraads bevoegd. Dan mag je lesgeven in de onderbouw en op het VMBO.

Sem: Ik zit bij een algemene studentenvereniging: Augustinus in Leiden. Met vijftien mensen woon ik in een dubbelgemengd huis (jongens en meisjes door elkaar). Mijn ouders werken beide in de jeugdzorg en dat werd me afgeraden, omdat het hard werken is voor soms weinig (financiële) beloning. Nu ik in het onderwijs werk merk ik dat ik soms alsnog ook een zorgfunctie heb, dat is leuk. Mijn plan is om na deze stageperiode door te gaan zodat ik naast de onderbouw ook in de bovenbouw les kan geven.

Wat vinden jullie van het Bona, en wat doen jullie hier zoal?

Sem: Het is hier heel gezellig! We observeerden eerst vooral bij veel docenten. Daarna hebben we twee klassen van mijnheer Schmitz overgenomen omdat hij geopereerd moest worden. Dat was zonder enige voorbereiding. Ik wilde dat toch wel graag doen. Ik moet het lesgeven uiteindelijk toch kunnen en ik zag het als een uitdaging. Bij zoiets kunnen er twee dingen gebeuren: of het gaat heel goed, of het gaat heel slecht en dan leer ik er heel veel van.

Donna: toen de vraag kwam over het overnemen van de lessen dacht ik: “Ik wil gewoon helpen”. Vanaf de tweede les heb ik alles zelf gedaan. Je leert heel veel als je het ineens echt zelf moet doen. Vooral hoe je je zelf gedraagt voor een klas is heel anders dan alles wat je van tevoren erover ziet en leest. Je eerste reactie is wat je doet, maar je komt vanaf de universiteit eerst alleen maar uit de theorie. Ik vind het trouwens echt heel interessant om dat praktische overbrengen goed te leren en te oefenen.

Sem: Na mijn eerste les dacht ik “Waar ben ik in godsnaam aan begonnen?”. Het was erg onrustig. Ik ben toen een stuk duidelijker geworden. Eerst heb ik de strijd om de telefoons gewonnen. Wat betreft mijn eigen klas: ze zijn nog steeds wat druk, maar ook enthousiast over het vak. Wat ik nog lastig vind is soms echt mezelf zijn. Ik let soms nog te veel op mijn rol als docent, en dat zorgt ervoor dat ik nog niet altijd los genoeg ben. Ook kan ik mijn humor meer gebruiken.

 

Donna: Het is nog lastig om streng te zijn. Ik voel wel waar een probleem ligt, maar grenzen aangeven is nog lastig. Wat ook moeilijk is: de rode draad uit de stof halen en dat op een bepaald niveau uitleggen. Je moet dan erg opletten welke woorden of voorbeelden je gebruikt. Ik ben gewend om dat universitair niveau te doen. Je moet wel op de inhoud gericht zijn, maar op een manier die past bij de leerlingen.

 

 

Hoe kom je op het Bona als stagiair?

Sem: Ik had daar zelf geen invloed op. Ik zocht een stage via mijn opleiding en ik ben gekoppeld aan het Bona zonder dat ik er invloed op had. Een huisgenootje van mij zei toen dat zij daar zelf op school had gezeten en dat het heel leuk was. Ik vind de openheid fijn. Er is een warme sfeer, en het is informeel op een goede manier.

Donna: ik was bij een speeddate die georganiseerd wordt tussen de lerarenopleidingen en allerlei middelbare scholen. Toen heb ik gesproken met mevrouw Sovova en nog wat andere Bona-collega’s. Er waren veel scholen bij de speeddate waarbij scholen werden “gepresenteerd”, maar bij het Bona vond ik dat de docenten de school intrinsiek leuk vonden, en ze gingen goed en relaxed met elkaar om.

Wat zou je met deze stage willen bereiken? Hoe zie je de toekomst?

Donna: Ik zou in de toekomst elke dag willen lachen en plezier hebben in het werk wat ik doe, en er onbevangen en echt als mezelf staan. Ik zou geen baan kunnen hebben die puur voor mezelf is; ik wil anderen helpe. Ik merk nu beter -door het lesgeven- wie ik ben en wat ik nog te leren heb.

Sem: Ik ga voor plezier maar ook voor zekerheid. Ik zou bij voorbeeld geen onderzoeker op de universiteit willen zijn, dan heb je geen zekerheid wat betreft je contract. Ook wil ik nog graag reizen en nieuwe culturen ontdekken, maar dat kan soms ook in je eigen klaslokaal. Op school heb je interactie met zoveel mensen en levenswijzen. Ik zoek zelfvoldoening, maar een impact hebben op anderen is ook fijn. Bijvoorbeeld een leerling helpen die eerst niet stil kon zitten en aan het einde van het jaar goed meedoet en goede cijfers haalt.

Neem je het Bona wel eens mee naar huis?

Sem: Als beginnend docent verkeer je in een staat van constante reflectie: alles wat je doet heeft gelijk een gevolg. Ik merk soms dat het remmend werkt om dat dan ook steeds uit te moeten werken in allerlei reflectieverslagen die ik thuis moet maken voor de opleiding. Het voelt dan als erg veel, terwijl het juist heel erg leuk werk is.

Donna: ik denk veel aan school. Vannacht had ik een nachtmerrie over dat ik te weinig toetsen geprint had. Gelukkig was het niet echt waar 😊!

 

Humans@Bona – November 2023